Vuur maken

Controleer altijd eerst of het veilig is om een vuur te maken. Verwijder brandbaar materiaal rondom de vuurplaats.

Bepaal wat voor vuur je wilt maken. Ga je voor een upside down vuur, een dakota fire hole of een 'normaal' kampvuur. Er zijn verschillende soorten kampvuren. Elk met hun eigen voor- en nadelen. Welk type kampvuur je ook gaat gebruiken, je zult altijd wat voorbereidingen moeten treffen.

Verzamel tondel en aanmaakhout. Het aanmaakhout bestaat uit kleine dunne twijgjes. Verder is het verstandig om het hout in verschillende diktes te sorteren. De kleinste dunste twijgjes (uiteinden op de tak van een naaldboom), de iets dikkere stokjes (pendikte) en vervolgens de stokken zo dik als je duim. Vooral van het kleinste materiaal heb je een flinke voorraad nodig want dit brandt snel op.

Snijd alvast een featherstick.

Er zijn verschillende tondels die je kunt gebruiken om een vuur te starten. 

Mijn favoriete tondel bestaat uit wattenschijfjes waar vaseline op zit. De katoenen wattenschijfjes vatten gemakkelijk vlam en de vaseline werkt als brandstof.

Berkenbast bevat olie en is erg goed te gebruiken als tondel. De pluizen van rietstengels (die sigaren), droge houtkrullen, een tondelzwam of verkoold katoen werken ook goed. 

Tip: neem een puntenslijper mee om houtkrullen te maken van kleine stokjes.

Een firesteel of magnesiumstick, is bedoeld om het vonken te produceren. Met de rugzijde van een mes of een speciale strijker kun je op deze manier een vonkenregen maken met vonken die wel 3000 graden Celsius zijn. 

Let wel op dat je de beschermende coating er eerst af zult moeten schrapen bij de eerste keer dat je een nieuwe firesteel in gebruik neemt. 

Wanneer je je tondel, aanmaakhout en brandhout hebt verzameld dan is het tijd om een vuur op te gaan bouwen. Eén van mijn favoriete kampvuren is de 'upside down' variant.

Het voordeel is dat de lagen hout onder het vuur alvast drogen en opwarmen waardoor deze later schoner en warmer branden.

Met het upside down kampvuur plaats je de dikste houtjes onderop, je maakt een plateau als het ware. Vervolgens ga je een slag kleiner en deze plaats je haaks op de onderliggende laag. Zo ga je verder van dik naar dun totdat je bovenop bij je tondel aankomt. 

Hier start je een vuur zoals je dat normaal ook doet. Tondel in het midden, een kleine piramide van aanmaakhoutjes daaromheen.

Een dakotavuur brandt efficient en heet, ideaal om op te koken. Verder valt het een stuk minder goed op dan een ander type kampvuur. Dit komt omdat het vuur grotendeels onder de grond zit.

Om een dakotavuur te maken, graaf je als eerste een gat waarin je later het vuur gaat stoken. Het gat maak je ongeveer 30 á 35 centimeter diep. De diameter kun je zelf bepalen,  meestal tussen de 15 en 35 centimeter breed. 

Vervolgens graaf je een tweede gat, waarbij je een strook grond van rond de 20 á 25 centimeter intact laat tussen de twee gaten. 

Zorg ervoor dat de twee gaten onderin verbonden worden met elkaar. Wanneer je straks je vuur aansteekt dan trekt het lucht aan uit het andere gat, dit zorgt voor een goede aanvoer van zuurstof.